Houdingsafwijkingen (o.a. scoliose)
Onder een houdingsafwijking wordt verstaan een afwijkende, niet fysiologische stand van een of meer gewrichten. Deze houdingsafwijking kan passen bij een bepaalde leeftijd (bv platvoeten bij jonge kinderen, O-stand of X-stand van de knieën, versterkte lordose oftewel holle onderrugbij peuters[SB1] ) en is dan ook meestal van voorbijgaande aard. Een houdingsafwijking van de rug kan ontstaan in de groei en kan dan pas op latere leeftijd zichtbaar worden. Wij zien een toename van houdingsafwijkingen bij schoolgaande kinderen o.a.tijdens gebruik van (spel)computers, mobiele telefoons en i-pads. Het is daarom dan ook van belang om de houding van uw kind in de gaten te houden enzo nodig aan de bel te trekken. De meest voorkomende houdingsafwijkingen van de rug zijn:
Scoliose
Scoliose is een vooral in zijwaartse richting zichtbare verkromming van de rug, met mogelijk ook een draaiing van de wervels waardoor een zogenaamde “bochel” kan ontstaan. Hierbij wordt onderscheidt gemaakt tussen een structurele (echte) scoliose en een niet-structurele scoliose (o.b.v. een houdingsafwijking of door een compensatie bij een beenlengteverschil).
Structurele scoliose kan bij jonge kinderen ontstaan door aangeboren afwijkingen in de wervels of door onbalans in de spierspanning (zoals bij spasticiteit, spierziektes of een open ruggetje). Bij schoolkinderen is de meest voorkomende vorm van een structurele scoliose de “idiopathische” scoliose, wat inhoudt dat de oorzaak van deze scoliose niet bekend is. Deze scoliose ontwikkelt zich vaak wanneer het kind harder begint te groeien, meestal aan het begin van de puberteit. Men onderscheidt een S-vormige scoliose (met twee bochten) en een C-vormige scoliose (met één bocht). Deze bochten zijn goed te zien, wanneer uw kind met zijn/haar rug voorover buigt met gestrekte benen. Soms ziet u dat de ribben aan de ene kant hoger staan dan aan de andere kant, dit wordt een gibbus genoemd.
Bij een niet-structurele scoliose kan een houdingsafwijking een schijnbare verkromming geven die verdwijnt als het kind vooroverbuigt. Beenlengteverschil kan leiden tot een scheefstand van het bekken en de onderrug, waardoor de rest van de rug met een tegenbocht compenseert (als ware om het hoofd er recht boven te houden). Tijdens het zitten verdwijnt de bocht in de rug dan. Gering beenlengteverschil komt veel voor en hoeft verder geen consequenties voor de rug te hebben, ook niet op de lange termijn.
Kyfose
Een kyfose is een verkromming van de wervelkolom, waarbij de bovenrug bol wordt. Meestal ontstaat dit als gevolg het aannemen van een passieve houding, oftewel ingezakt zitten of staan. Er kan echter ook sprake zijn van een groeistoornis van de wervels, zoals de ziekte van Scheuermann.
Onderzoek en behandeling
Middels een vraaggesprek, observatie en onderzoek zullen we bekijken wat de oorzaak en ernst is van de houdingsafwijking of scoliose en een behandelplan opstellen. Indien nodig verwijzen wij door voor aanvullend onderzoek (zoals een röntgenfoto) en controle bij een specialist (kinderarts- of orthopeed). De behandeling bestaat uit het geven van voorlichting, actieve oefentherapie voor o.a. het versterken van de rompspieren en verbeteren van de core stability, het bewust worden van de houding en houdingscorrectie (o.a. middels side-shift oefeningen). Daarnaast kunnen kinderen met scoliose bij ons op de praktijk behandeld worden middels het Schroth Best Practice programma.
Kinderen met scoliose kunnen bij ons op de praktijk behandeld worden middels het Schroth Best Practice programma. SBP is een benadering van scoliose waarbij oefeningen worden gegeven die makkelijk toepasbaar zijn in het dagelijks leven van de patient.
De scoliosepatient wordt ingedeeld volgend een Schroth-classificatie, waarna er een specifiek, op de individuele patient afgestemd oefenprogramma wordt aangeleerd. Het doel van Schroth-oefeningen is het voorkomen/reduceren van progressie van de scoliose. Het Schroth Best Practice programma is een een voortzetting van het originele Schroth-programma, dat voornamelijk bestemd was voor grote bochten. De benadering van Scoliose middels Schroth Best Practice is ook geschikt voor kleinere bochten.