Cerebrale Parese (CP)

Cerebrale parese (CP) is een klinisch syndroom met een houdings- of bewegingsstoornis die in of voor het eerste levensjaar ontstaat. CP is niet progressief, dat wil zeggen dat de aandoening niet verergerd. De prevalentie van kinderen met CP in Nederland is rond de 2 per 1000 geborenen. Er zijn drie verschillende types CP waarvan de spastische parese de meest voorkomende is (80-90%), daarnaast kent men de dyskinetische parse (9%) en de atactische parese (2%), het is ook mogelijk dat een kind een combinatie van de types heeft.

Cerebrale parese (CP) is een klinisch syndroom met een houdings- of bewegingsstoornis die in of voor het eerste levensjaar ontstaat. CP is niet progressief, dat wil zeggen dat de aandoening niet verergerd. De prevalentie van kinderen met CP in Nederland is rond de 2 per 1000 geborenen. Er zijn drie verschillende types CP waarvan de spastische parese de meest voorkomende is (80-90%), daarnaast kent men de dyskinetische parse (9%) en de atactische parese (2%), het is ook mogelijk dat een kind een combinatie van de types heeft.

Mocht u twijfelen of een kinderfysiotherapeut u kan helpen, neem dan gerust contact op en dan zullen we samen kijken of wij hier een rol in kunnen spelen.

Obstetrische Plexus Brachialis Laesie (OPBL)

De obstetrische plexus brachialis laesie, wordt ook wel Erbse parese genoemd. Het is een beschadiging die optreedt tijdens de geboorte door een verrekking van zenuwnetwerk van het arm- en schoudergebied. De ernst van de beschadiging kan variëren van een lichte verrekte, maar intacte zenuw tot een totaal gescheurde zenuw. Het herstel is afhankelijk van de mate van beschadiging.

De prevalentie van kinderen met OPBL in Nederland is rond de 1-3 per 1000 geborenen. In Nederland zijn dit ongeveer 400 kinderen per jaar. Waarvan ongeveer 70% spontaan hersteld. Bij kinderen met OPBL wordt kinderfysiotherapie als eerste middel ingezet om het spontane herstel te stimuleren.

Kinderfysiotherapie bij een zuigeling met OPBL

De kinderfysiotherapeutische behandeling bij de zuigeling is met name gericht op de uitval van de spierfunctie en het voorkomen van contracturen (gewrichtsbeperking). Hierbij worden adviezen gegeven gericht op de hantering en positionering van het kind en worden oefeningen volgens een speciale methode gegeven om de minder actieve spieren tot activatie uit te lokken. Daarnaast geeft de kinderfysiotherapeut adviezen om de aangedane arm te stimuleren en de motorische ontwikkeling te bevorderen.

Kinderfysiotherapie bij het oudere kind met OPBL

Wanneer er geen spontaan herstel optreedt kan een chirurgische ingreep een goede oplossing bieden. De kinderfysiotherapeut kan helpen bij het revalideren na deze ingreep en gaat samen met het kind activiteiten uit het dagelijks leven oefenen en geeft oefentherapie gericht op het verbeteren van de arm/handfunctie, het verbeteren van de mobiliteit en het opbouwen van spierkracht.

Mocht u twijfelen of een kinderfysiotherapeut u kan helpen, neem dan gerust contact op en dan zullen we samen kijken of wij hier een rol in kunnen spelen.