Sensorische Informatieverwerkingstherapie

In onze huidige, drukke maatschappij heeft de prikkelverwerking een steeds grotere impact op het functioneren van een kind. Overal om ons heen ervaren we zintuiglijke prikkels waar kinderen mee moeten leren omgaan. Hierbij kunt u denken aan geluid, zicht, reuk, smaak, geur, het voelen en het bewegen. 

Als een kind problemen heeft met de sensorische informatieverwerking (SI) kan een kind niet goed reageren op de zintuiglijke prikkels die binnenkomen. Een goed ontwikkelde prikkelverwerking is een basisvoorwaarde voor allerlei vaardigheden, waaronder leren, spelen, sporten of zindelijkheid.

SI is het vermogen om:

  • zintuiglijke prikkels waar te nemen
  • adequaat te verwerken
  • te verbinden met andere informatie
  • adequaat te reageren op de omgeving
  • het opslaan voor hernieuwd gebruik / leereffect

Een prikkelverwerkingsstoornis

Alle zintuigen worden tegelijkertijd door je lichaam ingezet bij het uitvoeren van activiteiten. Bij kinderen met problemen in de sensorische informatieverwerking worden prikkels anders waargenomen en werken de zintuigen niet goed samen. 

De zintuigen kunnen prikkels onvoldoende registreren of overregisteren. Ook kan het zijn dat de zintuiglijke prikkels verkeerd geselecteerd en met elkaar verbonden worden; een discriminatieprobleem. Een discriminatieprobleem geeft , problemen bij het organiseren, plannen en uitvoeren van bepaalde activiteiten en bewegingen een zgn sensomotorische probleem. Daarnaast spelen alle zintuigen samen een belangrijke rol bij de alertheid, de aandacht / concentratie en bij het waarschuwen voor ‘gevaar’.

Als de zintuigen op de juiste wijze registreren, weet het lichaam dat het 'veilig' is om een bepaalde activiteit uit te voeren. Daardoor is het leuk om een activiteit uit te voeren en zal het kind kunnen leren. Als de zintuiglijke signalen te zwak zijn en het lichaam niet waarschuwt voor gevaar kan een handeling onveilig worden. Als de zintuiglijke signalen te sterk zijn zal het kind te snel reageren alsof hij in gevaar is en zal dan iets niet durven of kunnen. Een prikkelverwerkingsprobleem heeft daarom grote invloed op de motorische en sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind.

Gevoelig voor prikkels:

  • Huilerig
  • Buitenwereld is bedreigend
  • Snel van slag
  • Geeft “schuld” aan anderen
  • Moe, wil niet, eetproblemen
  • Ruzie en vechten
  • Snel afgeleid
  • Shut down (lijkt op gebrekkige registratie!)

Prikkels vermijden:

  • Trekt zich terug
  • Ruzie / verzet
  • Ik wil het op zijn manier en niet anders
  • Wil voorspelbaarheid
  • Zoekt één prikkel heel sterk op
  • Wil regie houden
  • Overstemt de irriterende prikkels door bijv. zelf veel lawaai te maken, maar beleeft daar geen plezier aan.

Prikkels gebrekkig registreren:

  • Vaak moe
  • Neemt weinig of geen initiatief
  • Weinig gebruik lichaamstaal en mimiek
  • Lagere spierspanning
  • Vertraagd – of niet reageren
  • Onhandig, vallen, struikelen, etc.
  • Lijken niet geinteresseerd
  • Weinig betrokkenheid en interactie
  • Geen vrienden (ondernemen niet)
  • Merken niet op dat ze geroepen worden of dat hun kleding gedraaid zit.

Prikkels opzoeken:

  • Druk
  • Onhandig
  • Snel afgeleid
  • Irriteert anderen met het zoekgedrag
  • Verliest zich in een activiteit
  • Kan zich niet richten op een afgesproken taak
  • Luistert niet omdat hij met eigen activiteiten bezig is
  • Gevaarlijk handelen
  • Procesgericht en niet eindgericht

De zintuigen

Tast:

Kinderen die teveel tastprikkels registreren kunnen erg gevoelig voor aanraking en andere prikkels uit hun omgeving zijn. Deze kinderen vallen de omgeving snel op doordat ze snel geïrriteerd zijn. Onderregistratie van prikkels is vaak minder opvallend, maar is erg beperkend voor het kunnen leren.

Bij onderregistratie van prikkels, wordt het kind onvoldoende gewaarschuwd als het wordt aangeraakt of zelf iets aanraakt. Dit kan leiden tot:

  • - Vermijdt aanraking,
  • - Negatief reageren op onverwachte en/of lichte aanraking,
  • - Verzet zich tegen haren kammen,
  • - Houdt niet van vingerverven, lijm,
  • - Voorkeur voor bepaalde texturen,
  • - Moeilijk doen over kleren, zoals stof of merkjes,
  • - Merkt aanraking niet op,
  • - Heeft niet in de gaten dat mond of neus vies is,
  • - Merkt niet op dat hij iets laat vallen,
  • - Doet huisdieren of vriendjes (onbewust) pijn,
  • - Gaat niet op onderzoek uit bij nieuw speelgoed/ materiaal,
  • - Merkt temperatuursveranderingen niet op,
  • - Weinig reactie bij pijn van wondjes
  • - Gooit dozen leeg en rommelt ermee,
  • - Kauwt op dingen zoals mouwen,
  • - Voelt overal aan (muren, meubels),
  • - Loopt tegen mensen aan,
  • - Mond volproppen
  • - Wentelt zich met overgave in zand en modder

Evenwichtsgevoel/verstibulair:

Het evenwichtsorgaan is een fragiel orgaantje dat zich bevindt in het binnenoor. Het levert een belangrijke bijdrage aan het in stand houden van het evenwicht, zowel bij stilstand als bij beweging. Het waarschuwt ons als we dreigen te vallen of te struikelen en zorgt voor een stabiele blik tijdens het bewegen van het hoofd. Bij een prikkelverwerkingsprobleem met betrekking tot het evenwicht durven we niet op ons lichaam te vertrouwen omdat beweging en evenwicht niet goed gevoeld worden. Dit kan leiden tot:

  • - Hekel hebben aan speeltuinactiviteiten, zoals schommelen,
  • - Bang om te vallen,
  • - Houdt de voeten op de grond,
  • - Ongemakkelijk voelen in lift en op roltrappen,
  • - Wordt snel wagenziek,
  • - Merkt het bewegen niet op,
  • - Vangt zijn val slecht op,
  • - Neemt niet gauw zelf het initiatief tot bewegen,
  • - Maar als hij bijvoorbeeld schommelt, kan hij dat lang volhouden zonder duizelig te worden
  • - Wil snelle, draaiende bewegingen,
  • - Wordt niet duizelig,
  • - Kan niet stilzitten,
  • - Hangt op zijn kop,
  • - Waaghals, ziet weinig gevaar

Het gevoel van spieren en gewrichten/ propriocepsis

Het gevoel in onze spieren en gewrichten geeft ons informatie over onze houding en manier van bewegen en waarschuwt voor gevaar waardoor we niet vallen. De propriocepsis (houdingsgevoel) geeft ons de mogelijkheid om te weten hoe ons lichaam zich in de ruimte bevindt. Door een verkeerde balans in de prikkelverwerking merken we onze bewegingen niet voldoende op waardoor we de informatie uit de spieren en gewrichten te weinig gebruiken en het lastiger wordt om dingen te leren en om je te concentreren. Dit kan leiden tot:

  • Botst tegen alles en iedereen
  • Houdt van duwen, trekken, vallen
  • Slaat, schopt en bijt (ook zichzelf)
  • Houdt van omhelzingen
  • Veters en riem moet het liefst zo strak mogelijk zitten
  • Kauwt op kragen, mouwen, touwtjes, potloden
  • Gebrekkig lichaamsbewustzijn

 

  • Merkt onhandige houding niet op
  • Helpt niet mee met aankleden
  • Lage spierspanning
  • Krampachtige houding van bijvoorbeeld ellebogen en knieën (compenseren lage spierspanning)

 

  • Beweegt stijf, houterig en ongecoördineerd
  • Vermijdt spelletjes zoals springen, hinkelen
  • Raakt overstuur als iemand anders zijn armen/benen bewegen
  • Moeilijke eter i.v.m. informatie vanuit mondspieren

Gehoor/auditief over of ondergevoelig

  • Bedekt de oren, klaagt over geluiden, waar anderen geen last van hebben
  • Negeert als hij geroepen wordt, reageert pas op een harde auditieve prikkel
  • Spreekt met luide stem, maakt zelf veel geluiden/lawaai (tikken trommelen) houdt van drukte en actie

Zicht/visus over of ondergevoelig

  • Lijkt nieuwe dingen niet te zien,
  • Negeert obstakels,
  • Wendt zich niet af van fel zonlicht
  • Zoekt visuele stimulerend materiaal op (licht, kleuren, glitters)
  • Wordt aangetrokken door fel licht en flikkeringen
  • Raakt over zijn toeren bij te veel materialen
  • Bedekt zijn ogen
  • Reageert op fel licht
  • Is alert en op zijn hoede

Reuk

De reuk is een basaal zintuig. Geur staat vaak in verbinding met emoties bv mama, thuis bij oma ruikt het vertrouwd. Ook reuk kan beperkend zijn voor de leefomgeving.

  • Heeft last van geuren die anderen geen probleem vinden (bijv. rijpe bananen)
  • Merkt geuren niet goed op, onbewust van vieze luchtjes, ruikt zijn eten niet goed
  • Ruikt overal aan, zoekt sterke geuren op.

Smaak

  • Kieskeurig voor temperatuur en substantie (velletjes, graten, pitjes...), soms kokhalzen
  • Beperkte smaken of een specifieke voorkeur
  • Kan zonder reactie stevig gekruid eten, eten
  • Een voorkeur voor eten, ongewoon bij kinderen (olijven, knoflooktenen...)
  • Likt aan niet eetbare dingen (verf, klei)
  • Kan een voorkeur hebben voor pittig of erg warm eten
  • Propt tijdens het eten

Elk mens reageert (anders) op prikkels, dit hangt samen met een heleboel invloeden.

  • Type / Profiel
  • Genetische aanleg
  • Ervaringen
  • Cultuur

Maar wanneer is het nou echt een probleem?

Als het dagelijks functioneren wordt belemmerd.

Wanneer het de ontwikkeling en het leren in de weg staat

Zintuiglijke stoornis kan aan de basis liggen van:

  • Gedragsproblemen
  • Motorische problemen
  • Taalproblemen
  • Sociaal-emotionele problemen
  • Een anders verlopende ontwikkeling of stagnatie van de ontwikkeling verwant met trauma- en hechtingsproblematiek

Door een intake, observatie en onderzoek brengen wij het probleem van het kind en de hulpvraag in kaart. Daarna zal er een behandelplan op maat worden opgesteld. Dit alles gebeurt spelenderwijs, want plezier (in leren) voor het kind staat voorop. Ouders/verzorgers en school zullen actief bij het behandeltraject worden betrokken. 

Een gespecialiseerde sensorische informatieverwerkingstherapeut kan het kind en de omgeving (ouders/school) helpen inzicht te geven in wat het kind ervaart en hoe hiermee om te gaan. Er is vaak onbegrip vanuit de omgeving en frustratie bij het kind zelf, want het is geen kwestie van niet willen maar van echt niet kunnen.    

Meer informatie en voorbeelden van Sensorische Informatieverwerkingsproblemen kunt u vinden op de website van de branchevereniging: www.nssi.nl.  

Kinderfysiotherapie wordt per kalenderjaar vanuit de basisverzekering 18 keer vergoed. Daarnaast geldt eventueel nog budget vanuit de aanvullende verzekering. Voor kinderen geldt er nooit een eigen risico.    

De therapie is direct toegankelijk zonder verwijzing. Voor huisbezoeken is altijd een verwijzing nodig van de arts om voor vergoeding in aanmerking te komen.

IK HOOR EN IK VERGEET

IK ZIE EN IK ONTHOUD

IK DOE EN IK BEGRIJP